De groeipijn van een nieuwe buurtschap
Door Paul Bastiaansen, Monique Tax en Kim Smits
jaargang 15 nummer 3 december 2010
Van zeventien naar twintig buurtschappen. Waar in andere corso’s bouwgroepen stoppen vanwege de teruglopende animo, is in Zundert het tegenovergestelde gebeurd. In drie jaar tijd verwelkomde de corsogemeenschap het herintredende De Lent en de nieuwe buurtschappen Rijsbergen en Schijf. Inmiddels is de euforie van de eerste deelname weggeëbd en draaien zij ieder al enige jaren mee, met wisselend succes. Hoe kijken de buurten zelf terug op hun beginjaren en hoe zien ze de toekomst?
Door Monique Tax en Ronald van Loon
Tien jaar geleden had niemand het voor mogelijk gehouden: de laatste buurtschappen die nog twee wagens bouwden waren daar al een tijdje mee gestopt en met een stabiele zeventien creaties zat het corso prima in zijn vel. Totdat buitenbuurt De Lent in 2005 aankondigde haar herintrede in het corso te willen maken. Sceptici stelden dat de wagens en het bijbehorende kostenplaatje zo gegroeid waren in de ruim twintig jaar dat De Lent er tussen uit was geweest, dat het oprichten van een volwaardige corsobuurtschap welhaast onmogelijk moest zijn. Maar in 2006 bewees De Lent dat dit wel degelijk mogelijk was en dat niet alleen: in de daarop volgende jaren traden ook Rijsbergen en Schijf als nieuwe buurtschappen toe tot de corsogemeenschap.
Buurtschap wordt buurtschap
De Lent was in 2006 de eerste nieuwe buurtschap. Hoewel: echt nieuw was de buurt niet want ze had al tot 1984 aan het corso deelgenomen. En ook in de daarop volgende jaren bleef de buurtschap een hechte groep met eigen activiteiten zoals een buurtfeest en paaseieren zoeken. De basis was er dus al bij De Lent, maar welke rol speelde dat bij de doorstart van de buurt? Wil Nouws, secretaris van De Lent, vertelt: “Zelf ben ik vanaf 2000 bestuurslid. We kwamen een aantal keer per jaar bij elkaar en deden alles wat andere buurtschappen ook deden. Een jaar of tien geleden werden we benaderd voor de bouw van een sponsorwagentje van Holland Casino voor in de optocht. Dat werd onze corsoactiviteit. En later toen het casino stopte als sponsor bouwden we mee aan de panelen voor de entree van het tentoonstellingsterrein.”
“Als buurtschap hadden we dus al een bestuur, maar dat was niet volledig overtuigd van de noodzaak om weer mee te gaan doen aan het corso. Maar er werd bij een biertje soms wel over gefantaseerd. Adri Schrauwen was net als bestuurslid ingestapt toen de buurtschap stopte in 1984. Hij is altijd in het bestuur gebleven en ook één van de mensen die na een gesprek met een aantal mensen van de Stichting met Kindercorso 2005 zei: ‘We gaan door!’. Eind september 2005 werd een initiatiefgroep opgericht om de herstart mogelijk te maken. Vanuit het bestuur werd door een aantal mensen wel gezegd: ‘Dit is te groot voor ons.’ Dat werd door de initiatiefgroep gerespecteerd en zij zijn zelf de financiën, praktische zaken, bloemenveld en bouwlocatie gaan regelen. De bouwgroep die er nu zit, is zelfs volledig nieuw; de rest was nog te jong in de jaren ’80 of nog niet actief als bouwer. Wij trekken veel mensen uit Wernhout aan, maar allemaal bouwers die daar niet in de tent kwamen. Het is niet vergelijkbaar met Schijf of Rijsbergen die een hele eigen gemeente tot hun beschikking hebben.”
Groepsgevoel creëren
Henk van den Bemd, voorzitter van buurtschap Rijsbergen die vanaf 2007 deelneemt aan het corso, denkt echter dat het in het voordeel van De Lent heeft gewerkt dat zij een reeds bestaande buurtschap was. “Wij onderscheiden ons van andere buurtschappen doordat wij elkaar niet kenden. Schijf was een soort van carnavalsvereniging met mensen die elkaar al kenden. De Lent was al een buurtschap die elkaar op feesten en partijen tegenkwam. Wij waren allemaal nieuwelingen die elkaar moesten ontdekken: onze karaktertrekken, eigenaardigheden en minder leuke eigenschappen. Ik zou het willen vergelijken met het opgroeien van een kind in een gezin. Eigenlijk moet die de hele wereld ontdekken, je moet elkaar leren kennen: je moet weten van wie je wat kan verwachten. Dat ligt in een nieuwe groep ontzettend moeilijk, daar heb je een paar jaar voor nodig.”
“De negen oprichters werden de eerste negen bestuursleden, maar je ziet in de loop van de tijd dat een aantal daarvan andere kwaliteiten hebben dan die van bestuurder. Dus er zijn al wisselingen geweest. Jan Bastiaansen en Kees Dekkers zijn geen bestuurslid meer, maar zijn wel nog steeds heel actief voor de buurt, zij het op een andere plek dan in het bestuur. Bestuursleden zijn mensen die verantwoordelijkheid nemen en zich bezig houden met aansturing. Met alle ontwikkelingen in het corso, professionalisering en veiligheid, heb je dat nodig; het is niet zomaar een plankje slaan.”
Alle begin is… makkelijk?
Bij Schijf wordt onderkend dat de hechte gemeenschap in het dorp een pluspunt was bij het opstarten van de buurtschap. “Het gros van onze buurt bestaat uit Schijfse mensen”, vertelt penningmeester Peter Snepvangers. “Het is een hechte groep en het verenigingsleven is hier groot, dat scheelt ook veel.” Het idee voor een eigen buurtschap begon dan ook als grap vanuit een groep vrienden uit Schijf. “Gijs van de Sande (voorzitter van Schijf, red.) en Stefan Ros hadden buurtschapshirtjes gemaakt en ik zag hen daarmee bij café Den Bels. En toen had ik zoiets van: ‘Menen jullie dat nou?’ Toen bleken er serieuze plannen te zijn en heb ik me aangesloten bij de buitenbuurt. We hebben drie keer meegewerkt aan de entree van het tentoonstellingsterrein. En toen kregen we de kans om een wagen te gaan maken. De ambities daarvoor waren hoog genoeg bij de groep bouwers, al waren we met een best beperkte bouwgroep. Maar het fanatisme groeit. We merkten dat de animo hoog lag en dat er steeds meer mensen bijkwamen.”
Dit wordt beaamd door Menno Naalden, lid van de vast bouwgroep van Schijf. “Schijf is vrij gemotiveerd. Mensen persoonlijk benaderen, dat werkt het beste. Het eerste jaar dat we de tent gingen zetten is deze omgewaaid. Op dinsdag waaide hij om, maar al snel stond hij weer. Een feestje dat voor die week gepland stond kon gewoon doorgaan. Mensen pakken het gewoon op.”
Helpen en leren
Alle nieuwe buurtschappen geven aan dat ze veel steun hebben gehad aan de al bestaande buurten. “Wij zijn destijds te rade gegaan bij Raamberg en Veldstraat om te zien wat er allemaal bij het bouwen van een wagen komt kijken”, legt Wil Nouws uit. “Bij Raamberg kregen we complete draaiboeken met bloemenlijsten en dergelijke, daar hebben we veel aan gehad. En Schijf heeft het ook heel slim gedaan: zij zijn komen informeren bij ons. Gijs belde ons en zo is dat hele draaiboek weer naar Schijf gegaan.”
“Zonder de andere buurtschappen hadden wij het nooit gered”, geeft ook Henk van den Bemd toe. “We hebben bijvoorbeeld tevoren gesprekken gehad met De Lent over hoe zij het hebben gedaan. Dat heeft ons gigantisch geholpen. De gezamenlijkheid, de medewerking, van ‘Hier heb je een aantal knollen of zeilen die wij niet meer gebruiken’: die steun uit de corsogemeenschap was erg positief.”
Op eigen benen
De eerste wagens zijn gebouwd, de eerste prijzen zijn binnengehaald. Hebben ze bij De Lent, Rijsbergen en Schijf nog steeds het idee een nieuwe buurtschap te zijn? En is de buurt al genoeg ontwikkeld om ook in de toekomst te kunnen blijven bestaan? Wil Nouws: “Wij zijn nog steeds dat beginnende buurtschapje. Dat voelen sommige mensen in de buurt ook nog zo. De beleving is nog steeds dat wij keihard aan het bouwen zijn aan de buurtschap. In het corso zijn we nu één van de twintig en niet meer de beginneling. Je wordt niet meer ontzien omdat je pas begonnen bent.”
Bij Rijsbergen zien ze de toekomst ook positief tegemoet: “Het gaat vooruit. Inzakken zie ik het niet, helemaal niet”, vertelt John Marijnissen van buurtschap Rijsbergen. “De sfeer is goed, van begin af aan. De klik tussen de jeugd en de ouderen is heel goed, dat zit na de bouw gewoon door elkaar. Er is veel volk: op een gewone bouwavond zit er ruim dertig man.” Voorzitter Henk van de Bemd kijkt ook tevreden naar de ontwikkeling van zijn buurt: “Wij zijn een redelijk grote buurtschap. Je ziet dat bij het opstarten de mensen een tomeloze inzet vertonen, maar er na twee jaar achter komen dat er toch meer dingen in het leven zijn dan alleen corso. En dan doen ze een stapje terug. Maar ineens staan ze daar dan toch weer, zeker in het corsoweekend is het virus er dan weer. Maar we moeten wel de balans vinden tussen de verschillende leeftijdsgroepen: de groep tussen de twintig en dertig jaar ontbreekt bijna volledig.”
In Schijf is de beginnersroes nog het grootst en daar zijn ze dan ook niet bang dat de animo enorm zal teruglopen. “Nee, dat denk ik niet. We hadden afgelopen jaar twee weekenden 300 man op de steiger”, zegt Menno Naalden trots. Peter is iets realistischer: “Het zal uiteindelijk iets teruglopen, maar de eerste paar jaar nog niet. Als je kijkt hoe gemotiveerd mensen zijn. En ze willen ook verantwoordelijkheid. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld voor het eerst met commissies voor de bouw, alternatief materiaal en het bloemenveld gewerkt. Mensen nemen zelf het voortouw.”
Het belang van de uitslag
Hoe voorbarig de start ook verliep voor de nieuwe buurten, de uitslagen vielen niet altijd mee. Zo eindigde Rijsbergen vanaf hun eerste deelname steeds in de onderste regionen, in tegenstelling tot Schijf dat al tweemaal bij de eerste tien werd geplaatst. “Diep respect voor Schijf”, geeft Henk van den Bemd toe. “Bij ons vallen de uitslagen nog tegen. Bij het horen van de uitslag komen de tranen bij de bouwers, mensen zijn echt teleurgesteld. Wij hebben het eerste jaar, met de ‘Zegewagen’, goed gepresteerd en daarom waren de verwachtingen hoger. De sfeer in de tent is prima, wat we nu moeten doen is loslaten van de strakke vormgeving en naar een ander type ontwerp gaan. In de bouwploeg zijn geen verwijten gevallen; we hebben hier met z’n allen voor gekozen. Maar ik denk dat het tijd is om een nieuwe weg in te slaan en dat gaan we komend jaar doen. Dit jaar hebben we weer een open inschrijving en kiezen we met de hele bouwploeg. We kunnen het wel als bestuur uit willen maken, maar als je er met de hele ploeg voor kiest heb je meer draagvlak.”
Wil Nouws geeft aan dat bij De Lent ook voor het eerst met de hele buurtschap een ontwerp gekozen zal worden. “In de beginjaren zijn we tiende en vijfde geworden. Dat laatste was een evenaring van de hoogste plek die we ooit voor de herstart hadden gereden. Daarna vielen de prijzen wat tegen, maar daardoor krijg je ook veel respect voor buurtschappen die al jaren meedoen en vaak mindere prijzen rijden. Dit jaar gaan we voor het eerst een ontwerp kiezen met de hele buurt: een uitdaging. Maar dat hebben we wel geleerd in de afgelopen vijf jaar: Je moet wel wat durven.”